‘Dit is een tekening met een opvallende en krachtige compositie: de figuur is dwars over het hele blad geplaatst en boeiend afgesneden onder de romp. De zwarte penseelstreek links van het blad zorgt ervoor dat we ‘binnenkijken’ in de scène van de tekening. Met minimale middelen weet de tekenaar een hele sfeer en ruimte te scheppen die bovendien tot de verbeelding spreekt. Ligt het jonge meisje ontspannen met haar armen achter haar rug op een bed? Of slaapt ze rechtop zoals een poes of een paard dat kunnen? Slaapt ze eigenlijk wel of zijn haar ogen gesloten in een moment van gestolen genot? Een spel van vrijheid en gebondenheid, sereniteit en spanning wordt opgeroepen in één enkel beeld. En Breitners en Balthus’ meisjes zijn nooit ver weg.’