Een klassieker in de beeldende kunst, maar daarom niet minder eenvoudig te maken: het zelfportret. In elk nummer van Kunstletters plaatsen we een zelfportret dat op ons platform Beeld te vinden is. Deze 4 portretten waren al te zien in het blad. Binnenkort ook het jouwe?
Ik zie een zelfportret als een uiting van mijn gevoelsleven, een dialoog met mezelf. Het is een manier om zonder schroom te proberen te kijken naar je rauwe zelf en jezelf in al zijn gelaagdheid te leren kennen.
Ik kreeg het idee nadat ik een stuk las over ‘body neutrality’. Daarbij ligt de focus op wie je bent, los van je uiterlijk. Interessant vond ik, omdat ik met mijn zelfportretten ook voorbij mijn uiterlijk an sich probeer te komen.
Ik gebruikte houtskool op wit, glad recupkarton. Het contrast tussen het wat blinkende wit van het karton en het poederige zwart van de houtskool vond ik krachtig. Dat ik er snel en intuïtief mee kon werken beviel me ook. Het beeld klopte met wat ik toen zag, een bepaalde kwetsbaarheid en eigenheid in mijn gezicht.
Dit zelfportret, in acrylverf, schilderde ik in 2015. De zwarte romp was in een eerdere versie een abstracte kop, getekend op computer. Het blauw van het hoofd symboliseert mijn weelderige haardos. Een gezicht is er niet, vandaar een witte vlek. Ik pleeg te zeggen dat ik ‘niets en niemand’ ben. Zo heb ik ook jarenlang het Italiaanse ‘uomo senza volto’ of ‘man zonder gezicht’ als codenaam gebruikt.
Een wapenschild bij een portret werd vroeger weleens bij een portret geplaatst. Het heraldisch familiewapen in mijn werk, een witte vlek met bruine rand, verwijst naar familieverhalen uit het verleden, met een existentiële impact op het heden.
Ik lijd aan prosopagnosie. Dat is een afwijking waardoor ik gezichtsblind ben en geen mensen herken. Ik heb zelfs maar een beperkt idee van mijn eigen uiterlijk. Ik ben portretten beginnen schilderen als een therapie om mijn hersens te drillen om gezichten te herkennen.
Ik werk volgens de regels mijn zelfgeschreven SPART-manifest. Een van de regels bepaalt dat elk werk in heel korte tijd klaar moet zijn. Dit zelfportret is in enkele minuten ontstaan door lukraak acrylverf op een stuk karton uit te spreiden, waarin ik plots mezelf meende te herkennen. Ik laat me in mijn werk leiden door pareidolie: ik probeer in chaos en vlekken trekken van menselijke gestalten te zien en ze dan te accentueren. Toevallig bleek dit portret, volgens mensen die mij wél herkennen, ‘spot on’ te zijn.
Ik maak zelfportretten als oefening in waarnemen. Om tot een interessanter beeld te komen, besloot ik dagdagelijkse routines en gewoontes te betrekken in die portretten. Ik kam elke morgen mijn haren. Het vormde de basis van dit werk.
Meestal start ik met een zelfportret als ik vastloop in een andere tekening of verdwaal in andere ideeën waarmee ik experimenteer. Een zelfportret maken is dan terug even tot mezelf komen, los komen van mijn andere ideeën. Ik ga terug naar het mij vertrouwde medium houtskool. Op die momenten herontdek ik het plezier in tekenen en waarnemen.
Zet een foto van een zelfportret op ons digitaal platform Beeld en gebruik het woord ‘zelf’ of ‘self’ in de titel van het werk. Misschien staat jouw zelfportret in het volgende nummer.