Vanaf dinsdag 28 april loopt op Canvas de reeks ‘Kinderen van de Holocaust’. Net als bij de andere reeksen van dit documentaire drieluik maakte Joost Jansen bij elke aflevering krachtige animaties die je visueel wakker schudden. Hoe pak je zo’n opdracht aan? En wat maakt het werk van deze animatiefilmmaker zo bijzonder?
Joost Jansen
35 jaar, woont in Brussel
Studeerde Animatiefilm aan Sint-Lukas Brussel, werkt nu aan ‘Kinderen van de Holocaust’ en eigen filmproject ‘Dwaler’.
Als freelancer breng ik werk uit onder de naam ‘JJ Studio’. De opdrachten variëren van commercials en videoclips tot langspeelanimatiefilms, documentairefilms en drukwerk. Daarnaast maak ik ook eigen werk. De verhouding is zowat 50/50, schat ik.
Ik zie de plek waar ik werk niet als een animatiestudio. Er is niets ‘corporate’ aan mijn studio: er is geen team, ik ontvang hier geen klanten. Ik omschrijf het liever als een ‘workshop’: ik doe hier mijn ding, meestal alleen, soms met een assistent. Mijn werk is doorweven met mijn familieleven, want ik woon hierboven met mijn gezin. De kinderen maken hier huiswerk, er is een voortdurende wisselwerking tussen werk en privé. Er is dus weinig afbakening, maar bij deze aanpak voel ik me het gelukkigst.
Het tekenvaardige neemt in mijn werk nog altijd een erg belangrijke rol in. Ik teken met een digitale pen op een scherm, maar werk toch ‘old school’. Ik maak met de hand getekende animatie: originele, ruwe tekeningen vormen de basis voor de frames van de film. Die frames krijgen wel nog een digitale nabewerking, waardoor ze een hedendaagse feel hebben.
Digitaal tekenen gaat snel en efficiënt. Maar je krijgt weinig terug van een computer. Papier daarentegen is een heel verrijkend, tastbaar medium. Daarom werk ik ook nog analoog. Sinds kort maak ik in de Academie van Anderlecht gravures. Ik teken ook ‘s avonds als ontspanning. Al zijn die tekeningen op één of andere manier verbonden met mijn filmmaken. Ik maak ze heel spontaan, maar toch blijken ze in verband te staan met mijn animaties of leiden ze tot ideeën voor nieuw werk.
In mijn studententijd was ik gefascineerd door graphic novels. Mijn stijl is daar uit gegroeid: direct getekend, organisch geanimeerd, met kenmerken uit de comic- en mangawereld. Typisch daarbij is de aandacht voor het ininkten van de pagina, met een opvallende zwarte inktlaag als resultaat. Dat element vind je ook in mijn werk terug.
Ik maakte de geanimeerde documentaire ‘Yves’ als eindwerk aan Sint-Lucas Gent. Mijn werk voor ‘Kinderen van’ vloeit daar op een of andere manier uit voort. Ook hier ging het om een vertelling waarmee je door symboliek een laag op de realiteit legt. Yves was een man uit mijn buurt, die zonder armen is geboren en die ik in een poëtisch portret voorstelde met een gewei op zijn hoofd, als symbool voor zijn anders zijn. De geanimeerde documentaire film is niet nieuw, maar werd op dat moment net nieuw leven ingeblazen. Dat komt doordat genres sneller met elkaar worden vermengd en de techniek veel toegankelijker is. Er is geen dure apparatuur meer nodig. ‘Yves’ deed het goed op festivals en kreeg heel wat aandacht. Ik heb nog altijd veel te danken aan die film.
Canvas kwam bij mij terecht door mijn bijdrage in 2014 aan ‘12 minuten voor vrede’, rond de herdenking van 100 jaar Groote Oorlog. Het project bestond onder meer uit 12 korte animatiefilmpjes van 1 minuut, gemaakt door 16 Vlaamse animatoren. Het toonaangevende videoplatform Vimeo merkte mijn kortfilm ‘A Battle for peace’ op en promootte die als ‘Staff Pick’. Dat betekent tegenwoordig misschien wel meer dan een festivalselectie. De video kreeg plots enorm veel views. Het leverde me wereldwijd contacten op, waar ik nu nog altijd gebruik kan van maken. En het viel ook de regisseurs van ‘De kinderen van’ op.
Ik werk op dit moment aan de animaties voor het laatste deel van het drieluik ‘Kinderen van’ op Canvas. Bij elke aflevering maak ik een animatie van 35 seconden, die inspeelt op de verhalen van de getuigen en het archiefmateriaal. Het is een hele uitdaging: elke maand krijg ik de ruwe montage van een aflevering toegestuurd en heb dan 2 weken tijd om een afgewerkte animatie af te leveren. Ik bedenk het verhaal, de regie en de uitvoering. Daardoor is de stijl wat ruwer dan bij de kortfilms waar ik veel tijd kan aan besteden en die daardoor misschien organischer ogen.
Het thema is zwaar. Dat maakt de opdracht moeilijk: de verhalen zijn zo gruwelijk dat je in de beelden altijd behoedzaam en metaforisch te werk moet gaan. Je moet in de thematiek duiken, de verhalen in je opnemen en er een vertaling van maken. Dat neemt je emotioneel in beslag. Zo heeft mijn werk voor de reeks ‘Kinderen van het verzet’ een tijd mijn gemoed bepaald. Ook omwille van de identificatie, want mijn grootvader maakte deel uit van het verzet. Doordat ik alleen werk, krijgt het onderwerp ook meer kans om in je hoofd te blijven malen, denk ik. Het heeft me geleerd om met de opdracht voor deze nieuwe reeks, ‘Kinderen van de Holocaust’ wat afstand in te bouwen.
Ik werk volop aan een nieuw persoonlijk project: een animatiefilm van 10 minuten over een bijzondere astronaut, een dwaler. Een duik in zijn zwembad betekent voor hem de start van een mentale reis en meteen ook een hergeboorte. De astronaut lost op, wordt deel van het heelal, komt tot nieuwe inzichten en vindt zichzelf opnieuw uit. Ik sprokkel al een hele tijd budget bij elkaar en de financiering is nu rond. Ik kan me dit jaar dus op ‘Dwaler’ concentreren, daar was ik wel aan toe. Het biedt me ook de kans om na te denken over de plaats die ik wil innemen in de animatiewereld.