Mirra Markhaeva verweeft persoonlijke en collectieve herinneringen tot een zintuiglijke ervaring van kleur, geur en beeld. In haar werk onderzoekt ze hoe cultuur, migratie en identiteit samenkomen en hoe verhalen van familie en gemeenschap verbindend werken.
(Lees het volledige interview in Kunstletters.)
Hoe spelen herinneringen voor jou een rol in je werk?
Mirra: ‘Ik herinner me enkel dingen uit mijn kindertijd, maar de beelden die ik heb, zijn heel sterk en helder. Ik herinner me bijvoorbeeld de kleuren van de ramen in mijn dorp, de ornamenten van onze huizen, de geur van thee die mijn moeder me nog altijd opstuurt. Zulke details keren telkens terug in mijn werk. Tegelijkertijd zijn er de verhalen die mijn moeder, tantes en grootmoeder vertellen. Die collectieve herinneringen schetsen een veel groter landschap, dat langzaam dreigt te verdwijnen.
Je bent geboren in Boerjatië, een Mongoolse republiek in Zuid-Siberië, die werd gekoloniseerd door Rusland. Hoe beïnvloedt die achtergrond je kunstpraktijk?
Voor mij is het erg belangrijk om dit verhaal te vertellen. Veel mensen weten niet dat, voordat de Russen kwamen, er in dat deel van de wereld heel wat volkeren waren met een eigen taal, cultuur en religie. Van mijn volk zijn er 500.000 mensen wereldwijd verspreid. De Russische assimilatie vindt nog steeds plaats en brengt inheemse culturen in gevaar. Mijn praktijk is een manier om mijn cultuur te steunen en te vermijden dat die verdwijnt. Dat doe ik heel concreet door bijvoorbeeld illustraties te maken voor organisaties als Indigenous of Russia Foundation of Free Buryatia Foundation. Maar het is ook een manier om terug te vinden wie ik ben. Men noemt mensen nogal snel ‘inheems’, zonder veel context en reflectie. Maar het is complexer dan dat. Ik ben half Boerjat, half Azerbeidzjaans, geboren en grootgebracht onder Russisch bestuur. Dat betekent dat ik gedeeltelijk Russisch ben qua cultuur, aangezien mijn moedertaal Russisch is. Het is dus moeilijk om me te identificeren met een nationaliteit of etnische identiteit. Wat betekent het vandaag om inheems te zijn? Door te graven in mijn herinneringen, zoek ik een antwoord op die vraag.'
Wat heb je ontdekt over jezelf en je cultuur sinds je in België bent?
Mirra: 'Ik was zestien toen ik uit Boerjatië vertrok en sindsdien woon ik in Brussel. In het begin was ik erg geïnspireerd door de Europese kunst, de Vlaamse Primitieven stonden voor mij op een soort piedestal, vanuit een romantische blik op Europa. Maar de werkelijkheid is natuurlijk complexer dan dat. Hoe meer ik alles bestudeerde, hoe minder romantisch het werd. Zo begon ik terug te kijken naar mijn oorsprong. En net door die afstand kon ik mijn roots meer appreciëren, en mijn idealistische visie op het Europese wereldbeeld bijstellen. Een jaar geleden heb ik mijn geboortedorp bezocht. Ik stelde vast dat er veel is veranderd. De verstedelijking gaat heel snel. Ik besefte dat ik, net door te vertrekken, de mogelijkheid heb om de cultuur meer te appreciëren en te bewaren.'
Op welke manier laten je jeugdherinneringen sporen na in je visuele taal?
Mirra: 'Een voorbeeld: toen ik kind was en vaak ziek, legde mijn moeder afbeeldingen van Tibetaanse boeddhistische godheden bij me. Met hoge koorts leek het alsof die beelden tot leven kwamen. Ik herinner me dat ik zei dat ik de hand van Witte Tara, de vrouwelijke Boeddha, zag die me aanraakte. Je ziet die beelden terug in mijn keramische handen en sculpturen. Die handen dragen veel sieraden, die refereren naar de vele juwelen die vrouwen in mijn cultuur dragen. Ik zou zelfs durven zeggen dat ze nooit minder dan 5 kilo stenen dragen (lacht). Maar het is veel meer dan bling bling. De juwelen vertellen een verhaal, over stam, leeftijd, status… Voor mij zijn ze nostalgisch, symbolisch en verbonden met mijn herinneringen aan thuis.’
'Vrouwen zijn de dragers van herinneringen en rituelen in mijn cultuur. Mijn moeder, grootmoeder en tantes hebben de verhalen, gebruiken en symbolen doorgegeven die mijn werk voeden.'
Ook in je kleurgebruik komt je afkomst duidelijk tot uiting.
Mirra: ‘De yurten in Mongolië hadden geen ramen, dus de interieurs waren fel en contrastrijk om in het donker zichtbaar te blijven. Ornamenten waren niet alleen decoratief, maar functioneel: ze gaven aan welk deel van de tent voor mannen of vrouwen was, of hoeveel vee een familie had. Het was een visuele taal. Ik merkte dat ik in mijn werk instinctief dezelfde kleuren gebruikte. Eerst dacht ik dat het mijn persoonlijke voorkeur was, maar later begreep ik dat het eigenlijk herinneringen zijn die mijn omgeving mij heeft ingeprent.
Welke rol spelen collectieve herinneringen in je praktijk?
Ze zijn essentieel en vormen de kern van mijn kunstpraktijk. Individuele herinneringen zijn altijd subjectief, maar als je de verhalen van een hele gemeenschap naast elkaar legt, ontstaan patronen. Zo kan je bredere tendensen zien over kolonisatie, assimilatie… Ik luister naar verhalen van mijn moeder, grootmoeder en tantes, waarin cultuur en religie een grote rol spelen. Boeddhisme en sjamanisme zijn in Boerjatië sterk geïntegreerd in het dagelijks leven. Vaak beseffen mensen niet hoe waardevol die verhalen zijn. Ze vertellen gewoon een anekdote, maar voor mij schetsen ze een groter beeld.
Vrouwen spelen een belangrijke rol in de verhalen en tradities die je onderzoekt.
Vrouwen zijn de dragers van herinneringen en rituelen in mijn cultuur. Mijn moeder, grootmoeder en tantes hebben de verhalen, gebruiken en symbolen doorgegeven die mijn werk voeden. Vaak kwam dat omdat de mannen gingen werken en zich sneller aanpasten aan de veranderende samenleving; de vrouwen hielden de tradities en rituelen in leven. Ook in mijn kunst zijn vrouwelijke figuren en handelingen zichtbaar – bijvoorbeeld in sieraden, gebaren of ceremoniële objecten. Die zichtbaarheid is voor mij belangrijk, omdat vrouwen vaak onzichtbaar worden gemaakt in de geschiedenis.’
Hoe kies je je materiaal?
Mirra: ‘Ik maak mijn werk erg impulsief en gebruik dus vaak materiaal dat ik snel kan vinden. Ik verzamel veel en gebruik goedkope spullen. Ik ben dus zeker niet de persoon die veel onderzoek doet naar materiaal. Dat komt ook doordat mijn kunstpraktijk zich ontwikkeld heeft toen ik geen officiële papieren had en weinig toegang had tot goed materiaal. Dat klinkt een beetje als een excuus, maar zo is het wel gegaan. Nu voeg ik soms, als ik tijd en middelen heb, meer uitgezochte materialen toe, zoals stenen die een vriend meenam uit Thailand. In het Tibetaanse boeddhisme zijn materialen uiteindelijk wel erg belangrijk. Maar ik kan net zo goed plastic stenen toevoegen aan een tapijt (lacht). Ik geniet ook van de chaos in mijn werk, want dat is ook hoe ik ben.'
Je maakt ook vaak muurschilderingen, waarom kies je voor die vorm?
Mirra: 'Door murals te maken kan ik de stad veranderen en heb ik controle over de omgeving. Het is een beetje als een dier dat zijn terrein markeert. Het is ook erg therapeutisch om te doen als je, net zoals ik, lang in onduidelijkheid hebt geleefd. Ik woonde bijvoorbeeld lange tijd in opvangcentra. Als ik dan ruimte kan innemen met felle kleuren en mijn verhaal, voelt dat erg versterkend. In Globe Aroma heb ik samen met andere kunstenaars een grote mural gemaakt. Het was een prachtige kans om mensen die niet kunnen schrijven toch hun verhaal te laten vertellen in mooie, sterke afbeeldingen en hen zo het gevoel te geven dat het hun terrein is.'
Naast je persoonlijke werk ben je ook actief in The Post Collective.
Mirra: 'The Post Collective is een groep van makers die kunst inzet om rechten te verbeteren voor kunstenaars met een migratieachtergrond in een administratief moeilijke situatie. We creëren samen, en tegelijk vergelijken we onze culturen. Herinnering speelt daarbij altijd mee: in verhalen, rituelen, gebruiken. Er is een notie in de Mongoolse filosofie die zegt dat tegengestelden niet onverenigbaar zijn, maar elkaar compleet maken. Zo zie ik het ook bij het individuele karakter van mijn eigen werk tegenover het gemeenschappelijke van The Post Collective. Ze voeden elkaar en kunnen niet zonder elkaar.’
°1992
Heeft een atelier in Brussel.
Verdiept zich in haar werk in de (her)ontdekking van haar afkomst.
Lees het volledige interview in Kunstletters.
Het blad verschijnt vier keer per jaar. Laaf je aan mooie beelden en maak kennis met opkomend en al wat gevestigd beeldend talent. Ontdek Kunstletters op papier, met een abonnement: €22 voor 4 nummers.
Veel lees- en kijkplezier!