Als je je werk presenteert aan het publiek, krijg je op een bepaald moment de vraag of het ook te koop is en hoeveel je voor je werk vraagt. Er zijn verschillende manieren om je prijs te bepalen, maar wat zeker is: je doet deze oefening best op voorhand.

Er is geen eenduidige formule bij het bepalen van de verkoopprijs van je werk. In de praktijk zijn er verschillende factoren die de verkoopprijs van je werk mee bepalen. We overlopen die factoren (je kosten, winst, uurloon en de waarde) in dit artikel en we geven je graag een aantal richtlijnen mee die je helpen om een faire prijs te bepalen.

Kosten

Materiaalkosten: als je bijhoudt hoeveel je aan materiaal uitgeeft voor het maken van je werk, heb je een beeld van de ondergrens van je verkoopprijs. Je kan dit per werk bekijken of je kan ook over het hele jaar bijhouden wat je materiaalkosten zijn. We raden je aan om minstens een zicht te krijgen op de materiaalkosten om je verkoopprijs te bepalen.

Overheadkosten: naast je materiaalkosten krijg je best ook een inzicht in alle kosten die je maakt, maar die niet rechtstreeks te maken hebben met één specifiek werk. Denk aan: energiekosten, verzekeringen (bij een expo), huur van een atelier, opleidingen, aankoop toestellen, software...

Binnen je overheadkosten maak je best een onderscheid tussen jaarlijks terugkerende kosten (huur van een atelier, een software abonnement, energiekosten…) en kosten voor investeringen zoals bijvoorbeeld de aankoop van een oven, een laptop… die je over enkele jaren spreidt.

Belastingen en sociale bijdragen: hou bij je kosten ook rekening met belastingen en eventuele sociale bijdragen die je moet betalen op de werken die je verkoopt. Wil je meer weten over hoe je best je werk verkoopt en welke belastingen je daarop betaalt, lees dan zeker ook dit artikel.

De som van de materiaalkosten en overheadkosten geeft je een duidelijk overzicht en inzicht in het totaal van de kosten dat je maakt voor de realisatie van je werk.

Winst

Je kan je prijs berekenen op basis van een bepaling van de ‘winst’ die je bovenop de kostprijs wil halen. Je bepaalt de winstmarge en berekent de verkoopprijs op basis van die winstmarge en je kosten.

Maak hiervoor gebruik van deze formule: Verkoopprijs = [(kosten) ÷ (100 – winstmarge)] x100

Voorbeeld: Je wilt 50% winst op een werk dat je €200 heeft gekost aan materiaal en overheadkosten.

Verkoopprijs = [(200) ÷ (100 – 50)] x 100
Verkoopprijs = [200 ÷ 50] x 100 = €400

Uurloon

Heb je geen zin om al je kosten bij te houden, dan kan je ook aan de hand van een uurloon je prijs bepalen. Er zijn verschillende fasen bij de productie van een werk. Je kan daarom rekening houden met de tijd die je besteedt aan de verschillende fasen (onderzoek, ontwerp, productie…).

De vraag bij een uurloon is welk tarief je hanteert. Het helpt zeker als je de oefening eens doet aan de hand van enkele verschillende uurlonen. (bvb 12 euro per uur, 20 euro per uur, 30 euro per uur…). Hoe sterker je gepositioneerd bent als kunstenaar, hoe hoger je het uurloon dat je kan vastleggen. Als je een goed zicht hebt op het aantal uren dat je hebt gespendeerd aan een werk, kan je snel de verkoopprijs berekenen. Je voelt meestal snel ook zelf aan of de (potentiële) koper ook bereid is om dit bedrag te betalen. Probeer dit realistisch in te schatten.

Waarde

Voor de prijsbepaling zoek je een evenwicht tussen de waarde die je zelf aan je werk hecht en de waarde die het publiek er aan geeft.

Voor je de oefening start om je waarde te bepalen, beantwoord je best eerst twee belangrijke vragen zodat je goed je ‘positie’ als kunstenaar kan inschatten. Het is zeker geen dogma, maar vaak is het zo dat je als beginnende kunstenaar lagere prijzen vraagt dan kunstenaars met meer ervaring, impact, netwerk… Daarom is het goed om zelf in te schatten waar je je positioneert. Lees in dit artikel nog meer over jezelf situeren als kunstenaar.

Beperkt je publiek zich tot familie en vrienden of heb je al een groter netwerk uitgebouwd? Is je werk bekend, verschenen er al goede of interessante artikels of recensies over je werk? Heb je al samengewerkt met andere kunstenaars of een galerie? Zijn er mensen die je werk volgen? Je netwerk bepaalt niet alleen het aantal mensen (en dus potentiële kopers) dat je kan bereiken, maar heeft zeker ook impact op je prijzenbeleid.

Je positie en bekendheid als kunstenaar bepalen mee je prijs. Is het je eerste expo of heb je al enkele expo’s op je teller? Heb je weinig of veel ervaring als kunstenaar? Ben je technisch sterk, heeft je werk veel impact, kan je veel mensen raken? Heb je artikels in de pers? Is er een galerie die jou ondersteunt? Probeer in te schatten wat je positie is als kunstenaar. Durf jezelf hierbij ook te vergelijken met gelijkaardige kunstenaars. Zo kan je goed inschatten waar je staat als kunstenaar.

Eenmaal je enkele werken hebt verkocht, merk je zelf wel waar het evenwicht ligt tussen de waarde die je aan je werk geeft en de prijs die men bereid is om te betalen.

Nog een handige rekenformule

Er is nog een formule die je een richting geeft om je waarde te bepalen. Je kan de prijs van een 2D- werk (tekening, schets, lino…) berekenen aan de hand van volgende formule: (Lengte + breedte) x factor y.

Bijvoorbeeld: verkoop van een A4-potloodschets: (21cm + 30cm ) x 1 = 51 euro

Vind je dit zelf te weinig ( oa in vergelijking met bijvoorbeeld andere kunstenaars), dan kan je de factor y aanpassen van 1 naar bijvoorbeeld 1,5. Dan wordt de verkoopprijs 76,5 euro.

De lengte en breedte zijn objectieve factoren: hoe groter het werk, hoe groter de verkoopprijs zal zijn. De factor y is een subjectieve factor die wordt bepaald op basis van diverse zaken zoals je ervaring, het gebruikte materiaal, de waarde van je werk, je positionering als kunstenaar…

Bijvoorbeeld: verkoop je een werk van dezelfde afmetingen, maar met duurder en moeilijker materiaal, zoals olieverf. Je kan de factor y verhogen naar bijvoorbeeld 5. Een werk op A4-formaat met olieverf komt dan op 255 euro.

Beginnende kunstenaars zullen de factor y vervangen door een laag getal van 1 tot 5. Gevorderden gebruiken zullen de factor y kunnen vervangen door getallen tussen 5 en 20. Gerenommeerde kunstenaars zitten eerder in het segment tussen 20 tot 50 als factor y.

Voor heel kleine werken is de som van de lengte en breedte als basis te laag, maar dat kan je compenseren door de factor y wat verhogen.

Extra tips

  • De kans is groot dat mensen zullen vragen of je je werk verkoopt, bijvoorbeeld als je deelneemt aan een expo. Wees op die vraag voorbereid en bepaal al op voorhand je prijs.
  • Denk goed over je prijssetting na en communiceer er duidelijk over.
  • Vermijd om over je tarieven te moeten onderhandelen. Dit is gewoon niet fijn en niet correct naar jou als kunstenaar.
13.12.2023