Voor Robin Hendrix zijn haar schetsboeken levende dingen. Vlekken mogen (het liefst dankzij zoveel mogelijk materialen), en perfectionisme is uit den boze (ook al is het niet altijd makkelijk om dat achterwege te laten). In haar atelier stapelen de schetsboekjes zich maand per maand op, haast als werkjes op zich.
Heb je een favoriete materiaal om mee te tekenen?
Robin: “Ik spring graag van het ene materiaal naar het andere. Zo vind ik het leuk om een tekening over te zetten op een tuftraam, of om aan verschillende zaken tegelijk bezig te zijn. Op dit moment is carbonpapier wel een van mijn favorieten. Als ik voel dat ik té streng word voor mijn eindresultaat, neem ik dat materiaal er graag bij. Doordat ik niet zie wat ik teken, ga ik veel vrijer tekenen. En doordat je hand tijdens het tekenen mee over het papier wrijft, laat het bepaalde texturen achter die voor een fijn effect zorgen."
Doorblader je vaak je oude schetsboeken?
Robin: “Dat gaat in fases. Als ik lang niet meer getekend heb, of als ik niet weet wat te doen, dan durf ik wel eens te grijpen naar oudere exemplaren. Dan stoot ik vaak op interessante vormen waarmee ik opnieuw iets wil uitproberen. Ik heb nog nooit een schetsboek weggegooid. Zo vind je in in mijn atelier een doos vol schetsboeken, die ver teruggaan in de tijd. Doorheen de jaren zijn mijn schetsboeken uitgegroeid tot dagboeken. Niet dat er aan ieder boekje bewust een verhaal vasthangt, maar als ik ernaar terugkijk, dan komen er veel herinneringen naar boven. Ze zijn een documentatieplek."
Wat doe je als je even geen inspiratie hebt?
Robin: “Inspiratie vinden gaat bij mij echt in fases. Zo heb ik het afgelopen halfjaar niet meer getekend. Vaak ga ik dan iets natekenen, en zie ik dat als een oefening in waarnemingstekenen. Tijdens mijn opleiding Beeldverhaal hebben we dit veel moeten doen en dat hielp me altijd verder op weg. Vaak ga ik naar het park, of op café mensen kijken en teken ik wat er op dat moment te zien is. En als ik dan naar buiten ga, sleep ik altijd net iets te veel materiaal met me mee. Maar ondertussen ben ik al overgestapt naar kleinere schetsboekjes die passen in mijn broekzak. Dat is leuker om onopgemerkt mensen na te tekenen op het openbaar vervoer. Het lijkt me heel gezond om veel te maken, omdat niet elke tekening die je maakt een eindproduct hoeft te zijn."
Heb je angst voor het witte blad?
Robin: “Ik start niet zo graag van een wit blad. Dat voelt heel intimiderend aan. Ik vind het veiliger om te beginnen met een kleur of een veeg. Dat voelt niet zo permanent aan. Daarom blader ik ook graag terug in mijn schetsboeken, om verder te kunnen werken op een al bestaande veeg of tekening en er nieuwe lagen op aan te brengen. Mijn schetsboeken ben ik op den duur wel beginnen labelen per periode. Hierdoor dwong ik mezelf om mijn schetsboek in de kast te schuiven, zodat ik er even niet meer aan mag komen. Anders zou ik blijven laag op laag leggen. Het zijn daardoor een soort tijdscapsules geworden."