Voor Maria Farré ontvouwde zich een nieuwe manier van werken toen ze haar vaste werkplek - een bureau - inruilde voor een bankje in de buitenlucht, met een schetsboek in haar hand. De reeks schetsboeken, die bol staan van de inkttekeningen in alle mogelijke nuances van zwart, luidde een nieuwe werkmethode in.

Aan de grote stapel schetsboeken op je bureau te zien ben je een fan van schetsboeken?
Maria: "Eigenlijk begon ik pas vorig jaar te tekenen in een schetsboek. Ik wilde voor mijn masterproject (master illustratie in LUCA) mijn eigen beeldtaal uitbreiden. Na mijn studie 'Kunst en design' in Spanje werkte ik vooral aan opdrachten voor kranten en tijdschriften, muziek, posters,.... Allemaal heel direct en snel werk. Maar ik had nieuwe elementen nodig om mijn persoonlijke beeldtaal verder te ontwikkelen. Dus paste ik mijn manier van werken aan en verliet ik mijn ideale werkplek: mijn bureau. Daar waar ik me kan focussen met mijn muziek op de achtergrond, waar niemand me stoort. Ik verliet deze comfortzone en trok naar buiten. Eerst voelde ik me een beetje blootgesteld, maar al snel haalde ik veel plezier uit dit observerend tekenen. Ik was zelfs verbaasd hoeveel er uit deze manier van werken kwam: het gaf me nieuwe input en onverwachte ontdekkingen."

"Mijn schetsboeken zijn gevuld met tekeningen in zwarte inkt. Om twee redenen: ik vond Chinese inkt de makkelijkste techniek om mee te nemen, én ik had een focus nodig voor dit project. Door me te beperken tot zwart-wit, kon ik mijn aandacht meer richten op het herinterpreteren van wat ik zie.
Ik heb altijd twee kleine glazen jampotjes op zak, een vol zwarte inkt en een met wat inkt en water. Zo kon ik ook spelen met grijstinten en experimenteren met contrast, schaduwen en volumes."

"Ik werk heel direct: ik teken snel en ga dan door naar de volgende pagina. Als ik de lijnen eerst zou construeren, krijgt de tekening niet echt dezelfde beweging of frisheid. Pas na een paar dagen of zelfs maanden blader ik terug in het boek. Dan lees ik mijn tekeningen een beetje anders. Sommige tekeningen vind ik mooier dan ik me herinnerde. En over de tekeningen waar ik niet tevreden over ben schilder ik een extra laag. Zo evolueren de pagina’s door de dagen heen en zorgt die gelaagdheid voor nieuwe dingen. Ik zie mijn techniek ook evolueren in deze boeken.

Door zo te werken, verloor ik de angst voor het witte blad. Na verloop van tijd zei ik tegen mezelf: het is maar papier, ga er gewoon overheen als je niet blij bent met wat er staat getekend."

Waarover ging je masterproject?
Maria: "Het startte met vastleggen wat ik om me heen zag, maar ik observeerde wel gericht. Ik ben erg geïnteresseerd in polariteit en tegenstellingen, in de spanning en liefdes- of vriendschapsrelatie die zich tussen personages ontwikkelt. Hoe zijn twee uitersten tegelijkertijd afstandelijk en complementair?

Het moeilijkste vond ik om van mijn schetsboek naar een uiteindelijke presentatievorm te springen, zonder de frisheid van dat schetsboek te verliezen. Ik maakte een serie tekeningen, op het formaat van mijn schetsboek, over twee personages die 's nachts een reis maken. Omdat ik de sfeer, de techniek en de personages volledig wou beheersen, heb ik al die tekeningen héél vaak getekend. En opnieuw. De verhaallijn van de tekeningen is trouwens heel dynamisch: het zijn allemaal afzonderlijke tekeningen, die elke keer op een andere manier samengesteld kunnen worden. Het verhaal verschilt dus keer op keer.


Waar haal je je inspiratie vandaan?
Maria: "Ik heb veel visuele referenties, maar haal ook inspiratie uit de literatuur, muziek en film. Ik ben vooral geïnteresseerd in het vertalen van bepaalde concepten of sferen uit andere media naar beelden.
Voor dit project haalde ik vooral inspiratie uit 'Difficult loves', een kortverhalenbundel van Italo Calvino over onmogelijke liefdes. Ik moest al aan dit boek denken toen ik de interacties tussen mensen observeerde. Hoe praten ze? Hoe zitten ze bij elkaar? Eigenlijk, als ik naar buiten ga, is mijn geest vrij open, maar ik heb al een beetje een idee van wat ik wil observeren."

Werk je nog steeds in een schetsboek?
Maria: "Ja, ik neem die manier van werken nog steeds mee. Nu zoek ik naar hoe ik deze nieuwe taal ook kan inzetten bij het werken in opdracht. Hoe kan ik deze manier van werken verbinden met deadlines, hoe kan ik deze analoge manier en beweging ook in mijn opdrachten behouden? Ik ben hierin aan het zoeken.
Maar ik voel nu al hoe mijn schetsboeken mijn opdrachten beïnvloeden. Ik kijk graag naar al deze schetsboeken: ze bevatten een enorme verzameling tekeningen, zo veel nieuwe input."


Heb je nog plannen met de tekeningen van je masterproject?
Maria: "Wel, ik werk heel graag op grote formaten. Dat zorgt voor veel beweging, het geeft een frisheid als je je armen en hele lichaam gebruikt in een tekening. Een schetsboek is precies het tegenovergestelde, het is privé en klein. De sprong van dit kleine boekje naar een open, grote muurschildering kan een fijne volgende stap zijn. Of misschien kan ik een selectie van deze tekeningen bundelen in een boek. Ik voel dat het onderzoek niet is gestopt met het beëindigen van mijn master, het is een proces."